Situatie- en opdrachtbeschrijving De projectleider wordt eindverantwoordelijk voor een proces dat moet leiden tot een door de afzonderlijke gemeenteraden vast te stellen regeling rondom de regionale samenwerking op het terrein van minimaal jeugdhulp.
De opdracht bestaat uit een aantal fasen:
Uitwerken van een gedetailleerde projectaanpak (uiterlijk 1 oktober 2024 besproken in de ambtskring en in het ABO jeugd van 16 oktober vastgesteld); Vaststellen van taken en activiteiten die in ieder geval en die mogelijk aan een niet vrijblijvende samenwerkingsorganisatie voor minimaal jeugdhulp worden c.a. kunnen worden opgedragen (uiterlijk 1 december besproken in de ambtskring); Belangrijk is om hierbij de bestaande taken die door het PMT Zuid Drenthe, de NMD-samenwerking en de JHRD worden uitgevoerd te betrekken; Verkenning van draagvlak en voors- en tegens van de drie mogelijke vormen van niet vrijblijvende samenwerking; een verkenning die resulteert in een concreet voorstel over de voorkeursvariant (uiterlijk 1 april 2025 besproken in de ambtskring); Concrete voorstellen aan de afzonderlijke colleges en aan de afzonderlijke gemeenteraden van alle Drentse gemeenten, die voorzien zijn van een uitgewerkte en gedragen gemeenschappelijke regeling voor minimaal jeugdhulp. Relevante aspecten
Voor het in te richten proces is het belangrijk dat er een passende informatie- en communicatielijn wordt ingevuld richting de afzonderlijke gemeenten. De rol van de betrokken gemeenteraden is groot als het om het instellen van een gemeenschappelijke regeling gaat. Zij moeten nadrukkelijk worden meegenomen in het proces. Dat kan uiteraard alleen via de colleges van de betrokken gemeenten. Een goede en transparante verhouding met de wethouders jeugd (en mogelijk andere portefeuillehouders binnen het sociaal domein) en de gemeentesecretarissen is voorwaardelijk. Een belangrijke notie is dat er nog geen voorkeur is uitgesproken over één van de mogelijke varianten voor een niet vrijblijvende gemeenschappelijke regeling. Ook is het over te dragen takenpakket niet vastgesteld noch is verkend hoe de “overblijvende” taken die nu belegd zijn bij de beide inkoopregio’s, na het instellen van een GR voor minimaal jeugdhulp, worden belegd. Of dat lokaal, sub-regionaal of regionaal gaat gebeuren dient te worden verkend. Die laatstgenoemde verkenning is niet de verantwoordelijkheid voor de aan te trekken projectleider en de betrokkenen binnen de projectstructuur, maar heeft wel impact op de in te vullen opdracht. Omdat er nog geen voorkeur is voor een variant wordt een open mind verwacht van de projectleider: alle varianten moeten op hun merites worden beoordeeld en gedegen worden verkend en vergeleken. Organisatiebeschrijving Op dit moment werken de Drentse gemeenten samen voor de uitvoering van de Jeugdwet en ten aanzien van een aantal andere gemeentelijke taken binnen het sociaal domein (beschermd wonen, WMO) via twee inkoopregio’s en binnen de JHRD (beleid).
O.a. vanwege het wetsvoorstel “verbetering bereikbaarheid jeugdhulp” en de bijbehorende AMvB regiovorming, hebben de Drentse colleges ingestemd met een proces dat moet leiden tot één gemeenschappelijke regeling voor minimaal de jeugdhulptaak die regionaal moet worden uitgevoerd.
Vraagstelling
Om het genoemde proces om tot het instellen van een gemeenschappelijke regeling te kunnen overgaan, te begeleiden, zijn de Drentse gemeenten op zoek naar een ervaren projectleider voor 16 uur in de week (periode 1 september 2024 – 1 juli 2025).
Vereisten en criteria Vereisten/ knock-outcriteria: Een afgeronde opleiding op minimaal wo niveau; Aantoonbare werkervaring met het opzetten, uitwerken en qua communicatie begeleiden van gemeenschappelijke regelingen voor intergemeentelijke samenwerking; Minimaal 16 uur per week beschikbaar gedurende de volledige projectperiode van 1 september 2024 tot 1 juli 2025; Gunningscriteria: Aantoonbare kennis van de relevante aspecten (juridisch, organisatorisch, financieel en formeel) die spelen bij (45 punten); Aantoonbare werkervaring met projectmanagement binnen een netwerkstructuur (25 punten); Aantoonbare werkervaring met het leiden van regionale samenwerkingsprojecten binnen het sociaal domein (15 punten); Aantoonbare werkervaring met effectief stakeholder management, in de samenwerking met gemeenteraden, wethouders en gemeentesecretarissen (zet dit duidelijk in het cv) (10 punten). Geef in het cv duidelijk aan in hoeverre u/ de door u aangeboden kandidaat aan het bovengenoemde profiel voldoet.